Last Stop Before Europa

Last stop before Europa, Debby Huysmans

Gedurende enkele showbizz - seizoenen volgde Debby Huysmans een gemeenschap van een tiental Poolse mannen die met een erkend Belgisch circus meereizen. In deze magazineportfolio tonen we een selectie uit ‘Last stop before Europa’.
Een aantal van deze circusarbeiders komt uit dezelfde streek in het Poolse platteland, die de fotografe in een eerdere documentaire reeks ‘Elementarz’ op een ongedwongen en onverbloemde manier in kaart bracht. ‘Elementarz’ wordt gepresenteerd in de galerij van het FotoMuseum vanaf 19 mei 2005.

Wat de foto’s van Debby Huysmans bijzonder maakt is de manier waarop ze de kwetsbare positie van de Poolse seizoenarbeiders in beeld brengt. De caravan maakt van hen geen superman, de romantiek van het circusbestaan is ver te zoeken. De woonwagens zijn klein en vervallen: stromend water, toiletcabine of douche zijn nauwelijks voorzien.
Het perspectief van de fotografe vergroot de discrepantie tussen de mannen en de beschikbare ruimte. Teveel stoere binken delen noodgedwongen de krappe volgestouwde leefruimte om te slapen, af te wassen en aardappelen te schillen. Ze zoeken elkaar op rond de kleine tafel om wodka te drinken en te roken, ze pogen met moeilijk te verhelen ergernis elkaar te ontwijken.
De manier waarop de mannen zich in deze hechte, gesloten gemeenschap tot elkaar verhouden – in hun gemeenschappelijke dagelijkse gewoonten - lijkt vertrouwd, maar mist de vanzelfsprekende intieme nabijheid en warme rommeligheid van de familie, en staat ver af van de wijze waarop Debby Huysmans dezelfde en andere bewoners van de Poolse dorpen eerder fotografeerde, ingebed in hun omgeving, bewoners van hun biotoop. Deze arbeiders zijn niet thuis, ze zijn verplaatst naar een andere omgeving en een andere tijd, en ze passen niet in hun nieuw tijdelijk kampement. De barakken staan vol huiselijke dingen - kleurrijke gordijntjes, televisie, wasdraad en verouderde huishoudapparaten, en ook persoonlijke arrangementen van posters met witte stranden en pin-ups, katholieke insignes en almanakken - maar huisraad creëert geen thuis. In de reeks foto’s van Huysmans zien we de mannen niet zozeer aan het werk - het harde dagelijkse labeur in het teken van circusentertainment - maar vooral tijdens de momenten van rust en verveling voor en na het werk, in de woonwagen die hen herbergt maar ook verbergt, slordig ingericht tot privaat gebied maar even claustrofobisch als een gevangenisverblijf. De kloof tussen binnen- en buitenwereld is in vele foto’s tastbaar aanwezig: voor het hooggeëerde publiek blijft het illegaal bestaan in de circusbarak verborgen, maar wij kijken op de foto’s naar hen die door kleine vensters en deuren naar buiten kijken.

Debby Huysmans legt zonder voyeurisme de condities bloot waarin dit clandestiene bestaan in de onderste laag van de circushiërarchie zich afspeelt. De fotografe maakt zich onzichtbaar en komt heel dichtbij, wat gegeven de uiterst beperkte bewegingsruimte een zekere acrobatie veronderstelt. Ze heeft het vertrouwen gewonnen van deze mannen – mede omdat ze ze gevolgd is vanuit hun thuisland. Ze toont de arbeiders niet als meelijwekkende iconen van uitbuiting en de gevolgen van economische migratie, maar ze toont hun situatie van binnenuit: fiere en vitale mannen in een toestand van frustratie veroorzaakt door een tekort aan toekomstperspectief, slechte arbeidsomstandigheden en lamentabele huisvesting. Ze toont hoe deze mannen zich ophouden in een voor hen vervreemdende plaats en tijd, en hoe ze afgescheiden van hun families zich staande houden op basis van verwachtingen en hoop. De frustraties zijn even tastbaar als de afgeleefde en gedemodeerde stoffen en de huiselijke rotzooi die zich opstapelt, en even hardnekkig als het vuil dat aankoekt aan het kookfornuis. Wat Debby Huysmans siert is de manier waarop ze in het heel basale en concrete laat zien wat niet te zien is: de afgescheidenheid van de familie, de gefnuikte dromen, de onzekerheid over de toekomst. Deze leegte van verloren uren en dagen en de vervreemding ten opzichte van de Belgische context wordt nog het meest samengebald in de foto van gebakken vis in de pan, gestapeld op borden, naar alle waarschijnlijkheid gevist in de Schelde, of in ander ongetwijfeld vervuild Belgisch water.


Inge Henneman

|